De volgende 7 aandachtspunten kunnen we naar voor brengen via onze huidige kennis binnen het kader van toekomstgerichte onkruidbeheersing :
Doelstelling Teeltrotatie als instrument in de strijd tegen onkruiden. Principe Pas de langst mogelijke teeltrotatie toe (minimum drie jaar) met wortel-/knolgewassen en granen in afwisseling. Integreer minstens één voorjaarsteelt om de vier jaar.
Doelstelling Onkruiden maximaal vernietigen vóór de start van de teelt.
Principe Gebruik de periode tussen twee teelten om de grond te bewerken zodat een maximum aantal onkruiden opkomen. Vervolgens mechanisch of chemisch de opgekomen onkruiden vernietigen vooraleer de teelt in te zaaien.
Doelstelling De voorraad aan kiemklare onkruidzaden terugdringen. Principe De onkruidzaden worden ondergegraven tot op een diepte van 10-25 cm. Eenmaal ze diep genoeg ondergewerkt zijn, kunnen ze niet meer ontkiemen en zullen ze geleidelijk aan afsterven. Via voorjaarsteelt en ploegen kunnen de grassen gereduceerd worden met gemiddeld 90% !
Doelstelling Maximale doeltreffendheid beogen. Principe Onkruidbestrijding in het najaar gevolgd door een behandeling in het voorjaar. Hierbij wordt gebruik gemaakt van producten met verschillende werkingswijzen. Een programma wordt aanbevolen bij aanwezigheid van moeilijk te bestrijden of resistente grassen en bij vroege inzaai.
Doelstelling Resistentievorming beperken en vertragen. Principe Afwisselen van gewasbeschermingsmiddelen met verschillende werkingswijzen zowel binnen de rotatie als binnen de teelt.
Doelstelling Maximaliseren van de doeltreffendheid van de onkruidbestrijdingsmiddelen.
Principe Respecteren van de aanbevolen dosissen in functie van de onkruiden, de teeltstadia of de toepassingsperiodes.
Doelstelling Maximale doeltreffendheid beogen. Principe Behandeling uitvoeren bij de ideale toepassingsvoorwaarden : • temperatuur • luchtvochtigheid • stadium van de onkruiden • afstelling van de sproeimachine
» Download pdf (2,1 MB)